Fysiotherapie en Aquatraining

Een onbelast, gezond dier is lichamelijk in balans. Er is een natuurlijk evenwicht tussen alle onderdelen van het lichaam. De juiste balans is van vele factoren afhankelijk.

Klachten van het bewegingsapparaat

Onder het bewegingsapparaat vallen spieren, pezen, banden en gewrichten (ledematen en wervelkolom). Klachten van het bewegingsapparaat kunnen zich uiten in een acute blessure (bijvoorbeeld peesbeschadiging) of een langzaam verergerende kwaal (bijv. steeds schever lopen). Duidelijke symptomen zijn kreupelheden en gedragsveranderingen (bijv. verzet, minder vrolijk). Minder specifieke symptomen zijn stijfheid, traagheid, onzekerheid, rustiger en verliezen van bepaalde gewoonten.

Voorkomen van secundaire klachten

De oorzaak van de klachten dienen zo snel mogelijk opgespoord te worden om secundaire klachten te voorkomen. De oorzaken kunnen liggen in het bewegingsapparaat, maar bij paarden kunnen ook beslag, harnachement, rijtechnische problemen en fysieke klachten van de ruiter een rol spelen. Een dierenfysiotherapeut onderzoekt het dier volledig (orthopedisch en eventueel neurologisch) en let op alle factoren die een rol kunnen spelen in het ontstaan en het onderhouden van de klacht.

Behandelplan

Als de oorzaak is gevonden worden de mogelijkheden tot herstel bekeken en wordt er een behandelplan opgesteld. Dieren reageren erg goed op fysiotherapeutische behandelingen. Meestal is het probleem met 4 tot 6 behandelingen opgelost. Preventief fysiotherapeutisch onderzoek spoort klachten in een vroeg stadium op en kan zo problemen voorkomen. Een periodieke check-up of onderhoudsbehandeling is sterk aan te bevelen. Naast het onderzoek worden eventuele spierspanningen en bewegingsbelemmeringen direct behandeld. Het dier kan dan optimaal blijven functioneren.